In de boeken die over de geschiedenis van de gemeente Olst in de Tweede Wereldoorlog geschreven zijn, is niets terug te vinden over het drama dat zich hier vandaag precies 80 jaar geleden hoog in de lucht afspeelde.
In het verliesregister van de Studiegroep Luchtoorlog 1939 – 1945 is er wel wat informatie te vinden.
In de Tweede Wereldoorlog was Kassel met slechts 250.000 inwoners een middelgrote stad in Duitsland, maar wel met enkele belangrijke industriële doelwitten. Zo bevond zich hier de Fieseler vliegtuigfabriek, waar de Messerschmitt Bf 109 en Focke-Wulf 190 in groten getale werden geproduceerd.
Daarom werd Kassel regelmatig gebombardeerd en tijdens een van die acties, op vrijdagochtend 30 juli 1943 ging de 8th Amerikaanse luchtmacht weer door een hel van afweervuur. Een van de deelnemende bommenwerpers werd door het hevige Duitse luchtafweer getroffen: één propeller werd weggeschoten, een aantal benzinetanks doorzeefd en ook de zuurstofvoorziening raakte beschadigd.
Het vliegtuig moest daarom dalen tot op 4000 meter hoogte om zonder extra zuurstof voor de bemanning verder naar huis te kunnen vliegen. Op de terugweg werd de B-17 anderhalf uur lang onafgebroken bestookt door Duitse jachtvliegtuigen. Zo kwam die kreupele bommenwerper uiteindelijk rond 10.30 boven Salland terecht.
De luchtbeschermingsdienst meldt: “Steeds schitterend weer. Vanmorgen hevig luchtgevecht. Een Amerikaanse bommenwerper in gevecht met een aantal vijandelijke jagers.”
Vanaf vliegbasis Oldenburg was die ochtend om 09.36 uur de Messerschmitt Bf 109/G-6 opgestegen. Het toestel werd gevlogen door luitenant Gerhard Hollmann (19). Wat er precies gebeurd is niet bekend, maar mogelijk is hij te dicht bij de B17 bommenwerper gekomen en door een van de .50 mitrailleurs geraakt. De machine stortte neer op de buurtschap Fortmond. Hollmann ligt begraven op de Duitse begraafplaats in Ysselsteyn.
De bommenwerper maakte een noodlanding aan de Zutphenseweg in Apeldoorn. Vier – van de acht – bemanningsleden waren al uit het toestel gesprongen. De overige vier werden door de Duitsers bij het gecrashte vliegtuig gevangen genomen. Evenals drie van de gesprongenen. Eén bemanningslid, Walter Anderson, overleefde de sprong niet omdat zijn parachute weigerde. Hij ligt begraven op de erebegraafplaats op Margraten.