Het is Meert dialectmoand. Het dialect wordt daarom extra in het zonnetje gezet. En wie kan dat nou beter dan Gerard Oosterlaar? De geboren Luttenberger is onder andere bekend als helft van het duo Höllenboer en zijn grote bijdrage aan het Sallands dialect. Zo vertaalde hij Nijntje naar het Sallands en bracht hij onlangs een nieuwe single uit met zijn favoriete dialectwoord als titel.
“Mag ik plat proat’n of nie?”, vraagt Gerard tijdens het gesprek beleefd. “Ik ga zo automatisch over in het Nederlands, maar uhh..” Voor Gerard maakt het niet uit of het nou wel of geen dialectmaand is: “Ik ben eigenlijk altijd wel bezig met dialect, dus niet specifiek in deze maand. We hebben overigens wel wat extra optredens. We krijgen in deze maand meer vraag van mensen die iets met dialect willen.” Zo trad de zanger gisteravond nog op in Bij Lampe in Raalte tijdens de LTO (Land- en Tuinbouw Organisatie) jaarvergadering.
Het mooiste dialect
Naast het maken van muziek, houdt Gerard zich op dit moment bezig met het schrijven van verhaaltjes voor columns en regionale bladen: “Niet zozeer in het dialect, maar wel over de streek.” Of hij Sallands het mooiste dialect vindt? “Ja, voor mij wel. Er zijn zoveel mooie en aparte dialecten, Fries bijvoorbeeld, maar het verbindt je heel erg aan het dorp waar je vandaan komt en waar je straatje ligt. Het heeft iets heel nostalgisch.”
Favoriete dialectwoord
De Sallander vertelt over zijn favoriete dialectwoord ‘moi’: “Het is zo’n mooi woord dat zoveel zegt over hoe we met elkaar omgaan. Gewoon weinig woorden gebruiken, korte zinnen. De betekenis snapt iedereen.” Volgens Gerard betekent het: “Je hoort bij ons. Ongeacht uw rang of stand. Ik heure bie oe en ie heurt bie mie.” Hij bracht er onlangs, samen met Hans Nieuwenhuis en Mariëlle Verhoef, een nummer over uit.
Taal voor het museum
Of kinderen nog steeds geïnteresseerd zijn in het dialect? “Soms kijken ze mij aan van ‘waar heb je het over’?” Wel valt hem tijdens zijn optredens in Luttenberg iets bijzonders op: “Ik treed dan met dialectliedjes op en dan zitten er jongeren van 16 of 17 jaar in de zaal die alles meezingen. Dat vind ik dan wel erg leuk.” Ook in Lemelerveld en Haarle merkt Gerard dit: “Daar zijn ze nog wel echt dialectminded.” Toch denkt Gerard niet dat de taal blijft bestaan: “Het wordt langzamerhand een taal voor het museum.”
Geuzenimago
Het imago van het plat proaten is echter wel aan het veranderen, stelt Gerard: “Vroeger moesten wij ons er altijd voor schamen en daarom hebben wij, als ouders, onze kinderen Nederlanders leren praten. Als je plat praatte was je een sukkel, een domme boer. Dat verandert nu wel. Het is nu een soort van geuzenimago om weer plat te kunnen praten.” Of het ook echt belangrijk is dat het dialect blijft bestaan, weet de zanger niet: “Ik denk het niet. Alles vergaat, alles vergeet.”
Nostalgischer en rustiger
Gerard blijft er in ieder geval druk mee bezig: “Ik vind het zelf leuk om te doen. Als je ouder wordt, raak je wat nostalgischer en waardeer je je jeugd meer. De dingen die toen gebeurden, gingen als een sneltreinvaart langs je heen. Nu wordt je wat rustiger en besef je dat het toch allemaal erg mooi was. Daarom houd je het misschien ook wat langer vast dan de jeugd. Ook al zal de jeugd deze tijd ook weer koesteren over 60 jaar.”
Tip ons:
Heb jij nieuws uit Salland en wil je ons daarvan op de hoogte brengen?
Mail ons via redactie@salland1.nl