Als vakkenvuller van een jaar of dertien raakte Gerard al besmet met het C1000 virus. Zijn verzameling begon met een paar spandoeken, en groeide uit tot een complete winkel met alles erop en eraan; van winkelkarretjes tot kassaband. De enorme collectie is te bewonderen in een heus C1000 Museum in Hellendoorn.
De ‘winkel’ van Gerard in de grote boerenschuur achter zijn huis is bedrieglijk echt. Van de kassa’s en winkelwagentjes tot de koeling met melk en kaas, alles in het C1000 Museum ademt C1000. Pas van dichtbij zie je dat de pakken en blikken leeg zijn. Je kunt het zo gek niet bedenken of Gerard heeft het verzameld, als het maar te maken heeft met C1000.
Flessenjongen
De liefde voor C1000 begon toen Gerard als jochie van dertien een bijbaantje kreeg bij de C1000 in Hellendoorn. Hij moest de lege flessen van de lopende band bij de flessenautomaat afhalen en in kratjes doen. In het museum staat precies zo’n zelfde automaat. “Deze werkt ook nog gewoon”, zegt Gerard trots. Uit de gleuf komt na één druk op de knop keurig een bonnetje. “Dat vind ik het mooie, dat alles zo echt mogelijk is.”
Beetje uit de hand gelopen
Gerard bleef na zijn studie bij de C1000 en werkte zich op tot assistent-manager. Maar toen de naam C1000 verdween en de winkel een Albert Hein werd, was voor hem de lol eraf. Inmiddels werkt Gerard als logistiek medeweker bij het Rode Kruis. Toch bleef de liefde voor C1000. Niet meer als medewerker maar als verzamelaar. “Die hobby is inderdaad wel een beetje uit de hand gelopen”, zegt Gerard lachend.
Moeders helpt mee
Moeder José Marsman helpt met veel plezier mee in het museum. Toch heeft ze ook wel geleden onder de verzamelwoede van haar zoon. “Het begon met wat spandoeken op zolder, een doosje met spaaracties, dat soort dingen. Maar toen de tweede complete kassaband met een vrachtwagen op de oprit werd gedumpt werd het me wel wat veel. De hoogste tijd voor een vaste plek voor de verzameling.”
Tekst gaat verder onder de foto
Het valt nauwelijks op
Dat werd uiteindelijk de C1000 museumwinkel in een verbouwde schuur in het buitengebied van Hellendoorn De inrichting is precies zoals in elke andere supermarkt: met volle schappen. Dat de verpakkingen leeg zijn, valt nauwelijks op. “Zodra ik wist dat C1000 ging stoppen hebben we gelijk zoveel mogelijk bewaard. Als we iets nodig hadden, kochten we altijd het huismerk. We aten de inhoud op, waarna ik de verpakkingen bewaarde op zolder.”
Spreekt nog steeds aan
Het museum is nu een klein jaar open. Het blijkt dat Gerard lang niet de enige C1000 fan is, “Het loopt boven verwachting goed”, laat hij weten. “We hoopten op zo’n duizend bezoekers per jaar. Dat hadden we al binnen een half jaar gehaald! De C1000 spreekt mensen nog steeds erg aan”, merkt hij. “Het had iets eigens, iets unieks.”
Tranen in de ogen
De bezoekers komen uit het hele land, soms zelfs met bussen vol, voor een personeelsuitje. “Vooral andere oud-C1000 medewerkers komen hier graag”, ziet Gerard. “Soms lopen die met tranen in de ogen rond, zo groot is de herkenning. Dat is wel heel bijzonder.”
Tip ons:
Heb jij nieuws uit Salland en wil je ons daarvan op de hoogte brengen?
Mail ons via redactie@salland1.nl
Tekst en foto’s: Oost