Geiten op kinderboerderijen worden niet gedood. Dat schrijven minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vandaag aan de Tweede Kamer.
De ministers besluiten dit op basis van adviezen van deskundigen. Die geven onder meer aan dat uit onderzoek blijkt dat direct contact met geiten of schapen geen extra risico geeft en dat er geen epidemiologische aanwijzingen zijn dat kinderboerderijen en kleine bedrijven een hoog risico vormen voor de gezondheid. Om die reden nemen de ministers voor deze bedrijven geen extra algemene maatregelen; wel vragen zij van deze bedrijven extra aandacht voor de al bestaande hygiënemaatregelen. Ook worden de bedrijven meegenomen in het vaccinatieprogramma 2010.
Voor kleinschalige houderijen van schapen en geiten wordt een hygiëneprotocol opgesteld met algemene hygiëneadviezen. Daarin staat ondermeer dat men de geiten en schapen het beste ergens kan laten aflammeren waar er geen publiek bij kan. De bacterie die q-koorts veroorzaakt, komt immers vooral vrij bij het aflammeren.
De deskundigen hebben in eerdere adviezen aangegeven dat vleesschapen geen rol spelen in de epidemie. Toch hebben de ministers uit voorzorg besloten om voor alle vleesschapenbedrijven hetzelfde beleid te hanteren als voor de kleinschalige houders.