“Geen sprake van,” zegt Eugene Kelder van Partij voor de Dieren. De gemeente Deventer ontving onlangs een vergunningaanvraag van een lokale veeboer om zijn veestapel te kunnen verdubbelen naar 1.244 koeien en kalveren, waarvan de kalveren bedoeld zijn voor de slacht. En dat is duidelijk tegen het verkeerde been van de Partij voor de Dieren.
Eugene Kelder van de werkgroep van de Partij voor de Dieren, die over twee jaar mee gaat doen aan de gemeenteraadsverkiezingen, is stellig: “Onze gemeente moet zich niet lenen voor megastallen.” Maar veehouder Vincent Aarnink uit Schalkhaar is zich van geen kwaad bewust.
Aarnink diende onlangs een plan bij de gemeente Deventer in om het aantal koeien te verdubbelen en te beginnen met de bouw van een ‘super de luxe’ stal. Deze stal zou onder meer een diervriendelijke ondergrond moeten krijgen om het welzijn van de koeien en kalveren te kunnen waarborgen.
“Ze zouden juist blij moeten zijn. De bedoeling is dat wij een moderne stal gaan bouwen, waar het welzijn van de runderen hoog in het vaandel staat. Wat wil de Partij voor de Dieren dan? Dat de kalfjes ergens anders in een klein hokje zitten?”
‘Megastallen geen kans’
Volgens Kelder gaat het vooral om het feit dat “we hadden afgesproken dit soort megastallen geen kans meer te geven.” Maar volgens Aarnink is er geen eens sprake van een megastal.
“Ik weet niet hoe de Partij voor de Dieren bij een megastal komt, maar wij zijn juist een kleine veehouder die naar het landelijke gemiddelde wil groeien. Wij hebben het beste voor met onze runderen. Maar dit werkt alleen maar tegen de dieren.”
‘Af doen met een bijltje’
Kelder hoopt dat de gemeenteraad zijn plicht doet en ‘het met een bijltje af doet’. “Enkele jaren geleden lagen er plannen om een verdubbeling van het aantal kippen bij een pluimveehouder. Dat werd gelukkig ook afgewezen. Ik verwacht ook ditmaal weinig problemen.” Kelder riep daarbij de Deventenaren op om een zienswijze te tekenen tegen de komst van de zogeheten megastal.