Zo’n twintig boeren kwamen gisteravond bij elkaar op de Maathoeve in Heeten om te praten over grasland. Dat klinkt niet zo bijzonder, maar niets is minder waar. De bijeenkomst ging namelijk over koolstofvastlegging in grasland, volgens de methode Blijvend Grasland van de Stichting Nationale Koolstofmarkt. In dit project brengt Natuur en Milieu Overijssel boeren bij elkaar die de deze nieuwe methode op hun eigen bedrijf willen onderzoeken. Samen vertalen ze de methode naar de praktijk van het boerenbedrijf, maken ze een concreet plan om tot uitvoering te komen en doen ze eerste ervaringen op met toepassing ervan. Het project gaat nu van start, de boeren worden gedurende 3 jaar begeleid.
Blijvend grasland
Blijvend grasland is meerjarig grasland waar onder andere niet wordt geploegd, gescheurd en gespoten. Door dit land niet intensief te bewerken wordt er koolstof in de bodem opgebouwd. Deelnemende boeren committeren zich aan 10 jaar blijvend grasland op ten minste 50% van hun percelen. De koolstofopbouw in deze 10 jaar kan in de vorm van CO2-certificaten aan de markt gebracht worden.Het project Blijvend Grasland is een initiatief van de Friese Milieu Federatie in samenwerking met Natuur en Milieu Overijssel, vereniging Noardlike Fryske Wâlden en Living Lab Fryslân. Zij gaan samen aan de slag met groepen Overijsselse en Friese boeren. Het project wordt grotendeels gefinancierd door de SABE-subsidie (Samen leren in projecten over duurzame landbouw). Leerervaringen en kennisdeling staan dus centraal in dit project en de opgedane kennis worden in en buiten de groep van Overijsselse boeren gedeeld. “Het is nieuw en dat kan een drempel zijn om met de methode te beginnen. We pakken deze methode graag op om samen uit te zoeken wat we hiermee kunnen bereiken”, aldus Monique Plantinga van de Friese Milieu Federatie.
Een (boeren)bont gezelschap
De beoogde groep van deelnemende agrariërs bestaat uit gemotiveerde en actieve ondernemers die vanuit hun eigen bedrijfsvoering en ervaring stappen willen zetten naar een duurzamer bodembeheer en duurzamere landbouw. Tijdens de startbijeenkomst maakte Natuur en Milieu Overijssel kennis met zo’n 20 van deze boeren, uit heel Overijssel. Het overgrote deel van hen heeft al blijvend grasland. “Ik heb al 20 jaar blijvend Grasland maar vind het leuk om het te meten. Het is mooi om te zien of het koolstofgehalte nog wat stijgt en hoe dat verloopt”, aldus een van de aanwezige boeren. Naast dit soort percelen is er in het project ook expliciet plaats voor boeren die nog géén blijvend grasland, en dus nog weinig koolstofopbouw in de grond hebben. De boeren die gaan deelnemen zullen uiteindelijk gezamenlijk een projectplan indienen bij de Stichting Nationale Koolstofmarkt. Natuur en Milieu Overijssel zal de Overijsselse boeren ondersteunen bij het schrijven van dit projectplan.
De bijeenkomst
Er leefden vooraf veel vragen over de methode Blijvend Grasland. Esther Wattel (Louis Bolk Instituut). kon veel van deze vragen beantwoorden tijdens haar presentatie. Een levendige rondvraag werd begeleid door Matthijs Nijboer van Natuur en Milieu Overijssel. “Boeren die mee doen in het project hebben profijt van de begeleiding én dat een deel van de kosten door het project worden gedekt. Mocht je dus met blijvend grasland aan de slag willen, dan is dit een mooie kans om een beloning te krijgen voor je prestatie. Er is helaas nog geen methode om koolstofopbouw met terugwerkende kracht te belonen. Toch hebben we ook boeren nodig die al aan blijvend grasland doen om voldoende percelen te hebben binnen het project. Door solidariteit tussen de deelnemers kan toch iedereen profiteren ”. aldus Matthijs Nijboer.
Geïnteresseerd?
Boeren die geïnteresseerd zijn om mee te doen kunnen zich nog tot en met 19 oktober melden via info@natuurenmilieuoverijssel.nl. Ook boeren die niet aanwezig waren bij de startbijeenkomst kunnen hun interesse aangeven.