Als de provincies geen maatregelen nemen, zal er in 2030 een structureel tekort aan drinkwater ontstaan. Met die waarschuwing kwam Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) gisteren. Overijssel gedeputeerde, en oud-burgemeester van Raalte, Martijn Dadema is bekend met het probleem en sprak erover op NPO Radio 1: “Het is een uitdaging om voldoende drinkwater te hebben in 2030.”
Ook Jelle Hannema, directeur van drinkwaterbedrijf Vitens, was te gast. Hij vindt het een vrij ernstige situatie: “Dit betekent dat wij op een zeker moment geen nieuwe woningen meer kunnen aansluiten en dat er in tijden van droogte en veel watergebruik geen water meer uit de kraan komt in bepaalde delen van het land.”
Geen vergunningen betekent onvoldoende drinkwater
Volgens Hannema ontstaat deze situatie door vergunningen die onvoldoende worden gegeven. De directeur legt uit: “Als wij geen vergunningen hebben, kunnen wij geen extra productie bouwen om te zorgen dat er voldoende drinkwater is voor iedereen.” De provincies moeten de vergunningen verlenen aan de drinkwaterbedrijven om water te kunnen onttrekken. “We zijn als sector dit punt al heel lang onder de aandacht aan het brengen”, maakt Hannema duidelijk. “We zien dat er onvoldoende snelheid komt om die vergunningen daadwerkelijk te verlenen.”
Urgentie is heel erg bekend
Martijn Dadema reageert: “De urgentie is heel erg bekend, want het is een uitdaging om voldoende drinkwater te hebben in 2030.” Om meer vergunningen te verlenen, is er meer aanbod nodig: “Daar hebben we ook afspraken over gemaakt met de Waterschappen en Vitens om op een aantal winningen meer te gaan winnen. We zijn met een aantal processen gestart om nieuwe winningen te zoeken. In overleg met Vitens kijken wij of we, in plaats van grondwater, oppervlaktewater kunnen gebruiken. Op verschillende sporen zetten we samen in.”
Op het platteland gebeurt een heleboel
Een andere reden waarom het niet gemakkelijk is om vergunningen af te geven, is dat niet iedereen zit te wachten op een nieuwe winning: “We hebben een natuurgebied. Daar hebben wij een vergunning om meer te gaan winnen dan in het verleden. Dit leidt misschien wel tot droogteschade en daar zijn de natuurverenigingen niet blij mee. Op nieuwe gebieden zijn mensen angstig wat het gaat doen met hun huis en wat het betekent voor de landbouwgrond die daar mogelijk wordt beïnvloedt. Op het platteland gebeurt op dit moment een heleboel, dus iedereen kijkt daar toch wel wat kritisch naar. Dat maakt dat we het zorgvuldig moeten doen, want dat het moet staat buiten kijf.”
Dadema sluit af: “Het neerleggen bij de provincies is de conclusie van de ILT. Wij zouden zeggen als provincies; leg het bij ons allemaal neer, want we hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”
