In de rechtbank van Zwolle zijn dinsdag de camerabeelden vertoond van de fatale schietpartij in de McDonald’s Zwolle-Noord. Een moeder zit rustig met haar jonge dochtertje te eten aan een tafeltje bij het raam aan de Ceintuurbaanzijde. De babypop van het meisje kijkt op tafel toe. Het tafeltje voor hen is leeg en aan de andere kant van een scheidingswandje zitten de broers Ali (57) en Hüseyin (62) Torunlar.
Op de beelden van 30 maart 2021 zijn om 18.00 uur opeens twee voeten te zien aan de kopse kant van het tafeltje. Het zijn de voeten van Veysel Ü. (34), die met zijn gezicht naar het PEC stadion staat. Enkele seconden later duikt de moeder in paniek over haar dochtertje heen. Een fractie later grijpt ze het kleine meisje en rent gebukt uit beeld. Hun Happy Meal en de pop blijven achter op het tafeltje.
IJzingwekkend inkijkje
Een andere beveiligingscamera van de hamburgergigant legde een minuut eerder vast dat Veysel Ü. naar de balie loopt om een bestelling te plaatsen. Op de achtergrond zijn huppelende kleuters te zien. Slechts minuten later duiken de jonge medewerkers die achter de balie staan omlaag en springt een klant over de balie om een veilig heenkomen te zoeken. Bezoekers rennen in paniek het restaurant uit. Onder hen is ook de schutter Veysel Ü.
De horrorbeelden geven een ijzingwekkend inkijkje in wat de argeloze bezoekers en medewerkers van het familierestaurant die avond hebben doorstaan. Het plaatje wordt nog huiveringwekkender als de rechter het onderzoeksdossier erbij pakt en verklaringen voorleest. “Op een man was een AED aangesloten en de ander zat onderuit gezakt op het bankje,” schrijft een politieagent in zijn proces-verbaal. “Ik zag bloed, kogelgaten en hulzen.” Op die hulzen wordt later bij het onderzoek het DNA van Ü. aangetroffen.
Semi-automatisch pistool
Een deskundige van de politie vermoedt dat er geschoten is met een semi-automatisch pistool. Hij stelt vast dat er op korte afstand is gevuurd en dat de munitie een beperkt vermogen had. Daardoor hebben de andere bezoekers van het restaurant, volgens hem, een geringer risico gelopen om geraakt te worden door een verdwaalde kogel.
Een ooggetuige die aanwezig was met vier kinderen, de jongste 4 maanden en de oudste 5 jaar, verklaart dat zij dicht bij de tafel van de Torunlars zat. “Ik zag een man met gestrekte armen schieten met een wapen dat leek op een politiepistool. Ik hoorde hem niets zeggen of roepen.” Een andere getuige verklaart bij de politie dat er amper een meter tussen de schutter en zijn slachtoffers zat. “Hij leek een geoefend schutter.”
Longen en slagaders geraakt
De patholoog die de lichamen van de doodgeschoten broers onderzocht beschrijft in zijn verslag vier door- en inschoten in de borst van Ali. Beide longen zijn geraakt en belangrijke slagaders. In het bovenlijf en romp van Hüseyin treft hij zes doorschoten en een inschot aan. Ook zijn beide longen zijn doorboord door de kogels. “Wat mij opvalt en bezighoudt, is dat een aantal van de schoten bij Ali van de achterzijde naar de voorzijde gaan,” zegt de voorzitter van de meervoudige kamer. “Kunt u zeggen hoe dat is gegaan?”
Een antwoord van Veysel Ü. komt er niet. De van een dubbele moord verdachte Rozendaler beroept zich op zijn zwijgrecht. Iets dat hij stug volhoudt tijdens de eerste dag van zijn strafproces. De rechters krijgen ook geen antwoord op de vraag wat Veysel Ü. deed in de uren na de fatale schietpartij en waar zijn telefoon is gebleven.
Politiebureau Deventer
Veysel Ü. vertrok kort na de fatale schietpartij met zijn auto vanaf de parkeerplaats bij de McDonald’s in Zwolle. Om 22.30 uur is zijn auto te zien op camerabeelden van het politiebureau in Deventer en 25 minuten later loopt Veysel het bureau binnen. Hij zegt tegen de agent achter de balie: “Weet je iets van Zwolle?” Hij wordt aangehouden en agenten vinden dan 2.850 euro aan contant geld in zijn kleding. De vrouw van Ü verklaart later dat als haar man zich zelf gemeld heeft, hij het dan ook echt gedaan heeft.
Bij de politie verklaarde Ü. te zijn afgeperst door de familie Torunlar. Hij heeft hen veel geld geleend om te investeren in vastgoed in Turkije dat later met winst zou worden verkocht. Hij noemt Ozan, de zoon van Ali, het opperhoofd achter de afpersingsoperatie. Vader Ali zou zijn rechterhand zijn.
Financiële transacties
Uit financieel onderzoek bleek dat Ü. in 2021 meerdere keren geld overboekte naar de Torunlars. In totaal 170.000 euro, waarbij hij steeds vermeldde: “Lening zoals overeengekomen.” De financieel rechercheurs ontdekken ook dat er in vier maanden tijd via de bankrekening van Ali Torunlar voor 3,5 miljoen euro aan transacties plaatsvinden.
Uit berichten die werden aangetroffen op de telefoons van de Torunlars wordt duidelijk dat Veysel Ü. ervan uitgaat dat hij het geld niet terugkrijgt. Vanaf oktober 2021 tot het moment van de fatale kogelregen in Zwolle heeft Ü bijna zeventig keer gebeld met de familie. Op de avond voor de schietpartij appt Hüseyin met Veysel: “Broertje Veysel, we ontmoeten elkaar morgen in Zwolle. Ali is er ook bij.”
Die dag laat Ali zijn broer via een appje weten dat ze de volgende dag een afspraak hebben met Ü. Hij tikt dat hij Veysel een veeg uit de pan gaat geven en dat hij sorry moet zeggen voor de fout die hij gemaakt heeft.
Schuld inlossen
Drie dagen eerder hebben Ali en Hüseyin bij de McDonald’s in Apeldoorn al een ontmoeting gehad met de vader van Ü. Op camerabeelden is te zien dat de mannen elkaar begroeten. Ali geeft de vader van Ü. een hand en een kus. Hüseyin wil als bemiddelaar dat Ozan, de zoon van Ali, het conflict met Veysel oplost. De vader van Ü. geeft aan dat hij zijn zoon onder controle heeft. De mannen zouden tot de slotsom zijn gekomen dat de financiële schuld in december zou worden ingelost.
Op de fatale dag zegt Veysel Ü. ’s ochtends tegen zijn vrouw dat hij die avond tussen 19.00 en 20.00 uur thuis is. Iets na de middag ontmoet hij zijn vader. Vader Ü. merkt niets bijzonders aan zijn zoon. Even later is Veysel te zien op de camerabeelden in zijn kantoor. Hij haalt iets uit de binnenzak van zijn jas, houdt het onder het bureau en steekt het weer in zijn binnenzak. Om 15.00 uur is hij bij een tankstation waar hij vaker komt. De medewerker verklaart later dat Ü. in zijn normale doen was.
Parkeerplaats McDonald’s
Om 16.52 uur arriveert Ali Torunlar bij de McDonald’s in Zwolle. Veysel rijdt om 16.59 uur de parkeerplaats van het restaurant op. Hij blijft zes minuten in de auto zitten voor hij naar binnengaat. Om 17.15 uur voegt Hüseyin zich bij de mannen in de McDonald’s. Om 17.23 uur bestelt Ali iets bij de balie en gaat terug naar het zitje.
Bij de politie verklaarde Ü. dat hij in het restaurant is bedreigd door de broers. Ze verlangden van hem dat hij direct 30 tot 50 duizend euro moest betalen en dat zijn familie er anders aan zou gaan. Veysel gaf aan geen geld te hebben en Hüseyin zou vervolgens in woede zijn ontstoken: “Ali is een gekke man en hij doet wat hij zegt. Hij heeft gewerkt voor Hüseyin Baybasin.” Baybasin is een Turkse Koerd die in Nederland een levenslange gevangenisstraf uitzit vanwege moord, gijzeling en drugshandel.
Dodelijke kogelregen
Om 17.59 uur staat Veysel op en doet een bestelling bij de balie. Hij loopt terug naar de tafel en vuurt de dodelijke kogelregen af op beide broers. De rechters willen van hem weten waarom hij terugliep naar de broers. De balie bevindt zich nabij de uitgang van het restaurant. “U had kunnen vluchten of de politie bellen,” aldus de rechter.
De officier van justitie voegt eraan toe dat uit geen enkel onderzoek blijkt dat Veysel Ü. ooit is bedreigd door Ali of Hüseyin. “Wel door Ozan, maar die staat hier niet terecht.” Antwoorden komen er niet, Veysel Ü. beroept zich op zijn zwijgrecht.
Van alle getuigen in het restaurant heeft niemand iets gemerkt van een ruzie of dreigementen. Een man die met zijn 9-jarige zoontje in de McDonald’s zat verklaarde: “Twee mannen zaten met hun rug tegen een muurtje. Drie mannen hadden een heftige discussie.”
Nooit bedreigd
De vrouw van Veysel Ü. verklaarde later bij de politie dat ze geen idee had van het conflict met de familie Torunlar. Ze beschrijft haar man als gul, maar geen verspiller. De vrouw zegt dat ze nooit bedreigd is, ook niet na de aanhouding van haar man.
Na de middag neemt Esther Blok, een van de advocaten van Ü. het woord. Ze begrijpt dat het bij de rechters, de nabestaanden en officier veel irritatie opwerkt dat haar cliënt zich op zijn zwijgrecht beroept. Ze geeft aan dat de rechtbank hierover voor de zitting al was ingelicht.
“Daar zijn redenen voor en heeft onder meer te maken met zijn psychische situatie,” aldus Blok. “Hij gebruikt zware medicatie en zit niet voor niets op de psychiatrische afdeling van de gevangenis.” De andere advocaat van Ü, Michel van Stratum, heeft het dan al voor gezien gehouden en ontbreekt in de zittingszaal.
Echte gezinsman
De zwijgzame houding van Veysel Ü. voelt voor de nabestaanden als zout in de wonden. Dat laat de weduwe van Hüseyin weten in een voorgelezen slachtofferverklaring. De familie gelooft niets van de bedreigingen door Ali en Hüseyin. Ze laat weten dat het Ü. wel heel goed uitkomt dat hij zich niets meer kan herinneren en dat zijn telefoon is verdwenen.
Volgens de weduwe noemde Ali Veysel ‘lief broertje’ of ‘neef’. “Hüseyin zorgde altijd eerst voor anderen en dan pas voor zichzelf. De moorden zorgden voor een schokgolf in Zwolle. Hüseyin was een echte gezinsman en stond goed aangeschreven in de stad,” vervolgt ze in haar verklaring. Ze sluit het af met een vraag: “Twee mannen die nooit meer thuiskomen. Hoe leg je een kleinkind uit dat haar opa is vermoord?”
Pijnlijke publicaties
“Je bent een laffe moordenaar,” zegt Ozan Torunlar. “Ik heb niets verkeerds gedaan en jij hebt mij zwart gemaakt in de media zonder een enkele reden. Is dat alleen om strafvermindering te krijgen?” De zoon van Ali hecht er waarde aan om de rol van de media te benoemen in zijn slachtofferverklaring. Sommige publicaties hebben de familie diep gekwetst. Het pijnlijkste is een publicatie over de ontvoering van Ali in Parijs. Iets wat volgens Ozan een grote leugen is. “Ali is nooit in Parijs geweest!”
De jongste zoon van Ali vertelt over de avond dat hij gebeld werd na de schietpartij. “Ik reed naar McDonald’s en stond er zonder ziel. Onze vaders, twee grote mannen, twee grote harten.” Hij vindt het ergste dat Ali en Hüseyin, die zo veel van elkaar hielden, de laatste seconden van elkanders levens moesten meemaken en oog in oog stonden met hun moordenaar.
Levenslang gekregen
“Ik denk dat de stervende Ali en Hüseyin vooral dachten aan al die kinderen in het restaurant,” zegt hij. “Of die ook geraakt waren.” Hij vervolgt: “Wij zijn gebroken, wij zijn kapot. Wij krijgen van de kinderen nog steeds de vraag wanneer hun opa’s terugkomen. Wij hebben levenslang.”
De broer van Ali en Hüseyin vertelt ook over de avond van de moordpartij. “Mijn broers neergeschoten en een paar uur later werd onze vrees de waarheid, ze zijn dood.” Het wordt nog pijnlijker als de broer vertelt dat de mantelzorger van vader Torunlar uit het leven werd geschoten. De familie moest de zorg voor de dementerende vader overnemen en kreeg het advies om hem niet te vertellen dat zijn zoons overleden waren.
Hij vertelt de rechters dat zijn vader regelmatig vroeg naar Ali of Hüseyin. Hij ging soms naar buiten toe en belde zijn pa en deed dan net alsof hij een van zijn overleden broers was. Vader Torunlar was dan weer even rustig. Hij sluit zijn verklaring af met: “Ali begon ooit zijn loopbaan als manager bij McDonald’s en zag daar ook zijn dood.”
Spijt van alles
Een rechter probeert nogmaals om Ü. aan het praten te krijgen. “In het Pieter Baan Centrum zei u: ‘Nog 149 dagen te gaan en dan gaat Nederland het zien’. Wat gaat Nederland zien? Een moordverdachte die niets gaat verklaren?” Ze voert de druk verder op met; “Meneer, u wordt twee keer moord verweten. Vandaag is uw kans om iets te zeggen.”
Een andere rechter probeert het ook tevergeefs. Hij verwijst naar uitspraken van Ü. over justitie. “Nu zit justitie hier en dan zegt u niets. U zit de hele dag hier en kijkt naar beneden en ik krijg geen enkel oogcontact. Heeft u spijt?”
“Ik heb spijt,” mompelt Ü. Hij krijgt meteen de vervolgvraag waarvan hij spijt heeft. “Ik heb spijt van alles waar ik van verdacht word en voor iedereen,” is het antwoord.
Donderdag verschijnt Ü. opnieuw in de rechtbank. Het openbaar ministerie komt dan met de strafeis en zijn advocaten voeren het pleidooi. Daarna krijgt Ü. de kans om gebruik te maken van het laatste woord, voor de rechters het onderzoek sluiten.