Vorige week vond het zoveelste overleg plaats over de opwaardering van de N35 tussen Wijthmen en Nijverdal. Dit keer tussen de minister van Infrastructuur & Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen enerzijds en Overijssels gedeputeerde Bert Boerman en de burgemeesters van Zwolle en Enschede anderzijds. Hoewel Boerman na dit gesprek het gevoel had een stuk verder te zijn gekomen kwam dezelfde dag nog de koude douche van Van Nieuwenhuizen: De N35 zou geen enkele prioriteit hebben omdat de filedruk daarvoor onvoldoende zou zijn. Dit ondanks twee kamerbreed aangenomen moties om wel snel tot aanpak van de N35 over te gaan. Aspecten van veiligheid, bereikbaarheid en milieu vindt de minister totaal onbelangrijk.
In het Rijkswegenplan van 1937 werd de N35 (die toen al meer dan 100 jaar bestond) al aangewezen als snelweg. Vrijwel alle Rijkswegen die in dit plan opgenomen waren zijn daadwerkelijk als auto(snel)weg uitgevoerd met ongelijkvloerse kruisingen etc. (of doorgestoten naar provincies, zo werd de N48 in onze contreien N348). Alle tweebaans Rijkswegen liggen in het noordoosten van ons land (N33, 34, 35, 36 en 50), soms wel met enkele ongelijkvloerse kruisingen, dan als 100 km tweebaans, de gevaarlijkste wegen die we hebben. Mariënheem is zelfs uniek in Nederland, hier bevindt zich de enige rijksweg in een bebouwde kom. Buiten de Rondweg Heino en het plaatsen van wat stoplichten is op dit traject sinds 1835 weinig aangepast.
Het hele verkeersbeleid van de laatste vijftig jaar is feitelijk rampzalig geweest, zeker in het noordoosten van het land. De tweebaans wegen dateren nog uit de paard en wagentijd. Op de N35 bij Raalte reden in 1850 1.200 wagens/ koetsen per dag op zeer lage snelheid. Nu 30.000 auto’s dag met 80 km/h als ze niet stil staan voor stoplicht, spoorovergang of in de file. Door overheidsbeleid zoals het concentreren van kantoren, industrie, onderwijsinstellingen, ziekenhuizen enz. is de noodzaak tot forensen toegenomen zonder adequate maatregelen voor wegen en spoor. Eind 60er jaren leek het kwartje eindelijk te vallen met de ontwikkeling van Lelystad, waar alle verkeersstromen strikt gescheiden gingen verlopen, een prachtig systeem. Maar daarvoor was toen nog de Rijkdienst IJsselmeerpolders verantwoordelijk. Op een fatsoenlijke rijksweg en spoorverbinding heeft het Rijk ze heel lang laten wachten, zodat aanvankelijk maar weinig mensen in Lelystad wilden wonen met alle problemen van dien. Bij het aantal voertuigbewegingen in 2020 behoort overal een “rompstructuur” van veilige autowegen met 80- 100 km/h met in ieder geval fysiek gescheiden rijbanen, gecombineerd met fietssnelwegen waar vandaan alle plaatsen bereikt kunnen worden binnen een afstand van bijv. 15 km. Alle andere wegen kunnen dan in snelheid teruggebracht worden tot 60 km/h. Geld voor deze plannen mag geen enkel probleem zijn, zeker niet in onze streken waar maar 4% van de wegenbelasting die wij gezamenlijk betalen aan rijksinfrastructuur besteed wordt (Randstad ca. 50%) en een provincie die onverschuldigd 76% van de rijksinvesteringen heeft bijgedragen (Randstad ca. 10%) Buiten de door de automobilisten opgebrachte motorrijtuigenbelasting zijn de andere uit deze groep afkomstige rijksinkomsten niet kinderachtig, in 2018 € 4,5 miljard brandstofaccijns en € 2,3 miljard BPM. Over de ook niet uit te vlakken inkomsten uit bijtelling op privégebruik bedrijfsauto kon het ministerie helaas geen cijfers verschaffen. Het is dus een kwestie van prioriteiten stellen om budget vrij te maken.
Door vrijwel niets te doen wordt de situatie steeds gevaarlijker omdat het steeds toenemend aantal auto’s tot meer ongelukken leidt op deze wegen maar ook omdat automobilisten bij files sluipwegen gaan gebruiken waardoor aanzienlijk meer risico’s voor “zwakke” verkeersdeelnemers en omdat langzaam rijdende en steeds optrekkende en afremmende auto’s funest zijn voor de luchtkwaliteit. Corona verergert dit probleem nog omdat veel mensen het OV nu links laten liggen en met de auto of fiets naar hun bestemming gaan.
De minister relateert onze filesituatie aan die in het westen, waar echter een veel fijnmaziger autosnelwegnet bestaat. Zo heeft Overijssel in het totaal maar 128 km autosnelweg (A1, 28, 32 en 35), overigens exact zoveel als het veel kleinere en dunbevolktere Drenthe.
Hoogste tijd voor het naar voren halen van deze rijksinvesteringen in onze provincie. En niet alleen in de N35, maar ook in de N36 en de N50. Men vergeet dat wanneer deze wegen volwaardig worden dat ook een gunstig effect zal hebben op de drukte op de A1 en A28.
De rijkswegenplannen worden in zogenaamde MIRT’s vastgelegd voor periodes van 10 jaar, dus dat schiet niet op. Ik ben er echter vrij zeker van, dat de provincie het benodigde budget zeker aan het rijk zal willen lenen tegen een schappelijke rente, zodat de nu lopende MIRT niet gewijzigd hoeft te worden en de opwaardering snel uitgevoerd kan worden.
Ik ben echter vrijwel zeker dat Den Haag niet anders zal gaan kijken naar de “wingewesten” in noordoost Nederland en dat er op redelijke termijn weinig of niets te verwachten is. Daarom zijn andere maatregelen noodzakelijk, waarop ik snel in een ander artikel terugkom.
Raalte, 4 september 2020, Kees Huls
Het bericht Kees Huls: “Den Haag gaat toch niets doen aan N35” verscheen eerst op Opinie in Salland.