De gemeente Deventer heeft in augustus een nieuw ‘Speelruimteplan’ gepresenteerd waarin ze, onder andere, de diversiteit van sport- en speelplekken en de inclusiviteit tussen de burgers willen verbeteren. Ook is onderdeel van het plan bedoeld om alle inwoners voldoende sport- beweegmogelijkheden te bieden, om een gezonde leefstijl te stimuleren. Opvallend naast deze positieve kreten is wel, dat er nu sport- en speelplekken elders zijn leeggehaald.
Het nieuwe plan heeft invloed op alle 346 speel- en sportplekken binnen de gemeente Deventer. Maar liefst 78 plekken gaan verdwijnen of veel soberder ingericht. De overgebleven locaties worden aangepast.
Ontmoetingsplek op loopafstand
De gemeente geeft aan dat er in het nieuwe plan gekeken wordt naar veranderde wensen en behoeften, zoals dus inclusiviteit, ontmoeting en klimaatadaptatie, maar ook gezondheid en duurzaamheid. Dit houdt in dat bijvoorbeeld minder validen in ieder geval de helft van de speeltoestellen kunnen gebruiken, en dat er altijd op loopafstand een ontmoetingsplek is om de sociale cohesie in de buurt te verbeteren.
Speelplek op loopafstand voor iedereen
De ambitie van de gemeente is om in elke speelbuurt binnen een straal van 400 meter een goede buurtplek te hebben, waar de hele buurt kan samen komen, spelen, ontmoeten en bewegen. Dit houdt ook in dat sommige plekken geminimaliseerd moeten worden en dat sommige speeltoestellen worden weggehaald. Zo ook op De Vijfhoek: “De kinderen hier in de buurt maakten er nog wel actief gebruik van, dus het is wel jammer dat het weggehaald is”, zegt één van de omwonenden van het bovenstaande afbeelding.
Kwaliteit over kwantiteit
De reden dat sommige plekken leeggehaald worden is omdat het huidige jaarlijkse vervangingsbudget van 282.000,- euro niet genoeg is om alle speelplekken in stand te houden. Niet alle speel- en sportplekken zijn even noodzakelijk voor een goede dekking, geeft de gemeente aan. Daarom wordt dus een een deel van de speel- en sportplekken aangepast tot locaties zonder toestellen. Dit om zo een kleiner, maar wel kwalitatiever basisnetwerk te behouden.