Het college van B&W heeft de voorbereidingen voor de ophanden zijnde verbouwing stilgelegd. Bij het uitwerken van de plannen is gebleken dat er flink meer werkzaamheden moeten worden uitgevoerd dan gedacht. Wanneer alle wensen uitgevoerd zouden worden zou dit neerkomen op een extra bedrag van € 6.710.000 bovenop de reeds eerder begrote € 4.070.000. Momenteel zijn er nog geen (financiële) verplichtingen aangegaan met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden.
Toegenomen kosten
De toename van de kosten is deels te wijten aan de gestegen materiaal -en arbeidskosten en voor het overgrote gedeelte aan niet eerder voorziene of niet geraamde kosten. Grote kostenposten zijn onder andere € 840.000 voor een nieuw leidingensysteem en € 990.000 voor het vervangen van gebouwsystemen, welke “end of life” zijn. Waarbij de kosten voor deze gebouwsystemen deels naar voren zijn gehaald in plaats van in een later stadium te vervangen.
Opnieuw naar de tekentafel
Met de nieuwe raming van 10,8 miljoen euro is in ieder geval een realistisch beeld ontstaan voor de (ver)bouwplannen van het gemeentehuis.
Het college bekijkt de doelen, uitgangspunten en (financiële) kaders opnieuw. Op basis hiervan worden scenario’s gemaakt, zodat in gesprek met de gemeenteraad een weloverwogen besluit genomen kan worden.
Deze scenario’s kunnen breed zijn, waarbij bijvoorbeeld ook een (financieel) vergelijk met een nieuwbouwscenario gemaakt kan worden.
Potentiële huurders niet in de kou
Het college voelt zich verantwoordelijk voor de huisvesting van de potentiële huurders uit het oorspronkelijke plan. Het grootste knelpunt is er nu voor het consultatiebureau, welke nu nog gehuisvest is aan de Monumentstraat. Deze partij heeft nog een huurcontract tot 1 september dit jaar voor de huidige locatie.
Wethouder Breunissen benadrukt in gesprek met onder ander Salland1 dat het college de drie potentiële huurders zal bijstaan wanneer het gaat om huisvesting.
Hoe nu verder
Voor de verdere planning staat dit onderwerp voor het komende Rond-de-tafel gesprek op de agenda om een toelichting te geven en vragen te beantwoorden. Wethouder Breunissen verwacht dat men na het Rond-de-tafel gesprek van 23 februari ongeveer drie weken nodig heeft voordat de eerste ideeën in de raad besproken kunnen worden.