Hij heeft niet lang meer te leven. Maar de 92-jarige Jan van Ommen wil dat de geschiedenis niet verloren gaat. ‘De wandelende encyclopedie van Deventer’ leidt aan prostaatkanker en vertelt nog eenmaal zijn verhaal over de V2 raket: ”Ik denk nog iedere dag terug aan die vervelende rottijd.”
“Ik vergeet die dag nooit meer, 15 maart 1945.” Het geheugen van de Deventenaar gaat door zijn ziekte snel achter uit. Toch staat de oorlog in zijn geheugen gegrift. Het is een periode waar niet veel mensen meer over kunnen napraten. Ook over de V2-raketaanslag die meerdere levens kostte, zijn weinig verhalen meer paraat. Jan van Ommen is waarschijnlijk de laatste die de aanslag kan na vertellen. “Als ik niet naar mijn oma in het ziekenhuis was geweest, was ik er niet meer geweest.”
Grootmoeder
Van Ommen was die bewuste dag vroeg op pad. Zijn ouders hadden een tuintje bij de spoorwegovergang van de Ceintuurbaan. Van Ommen zou daar de gewassen voorzien van wat water. Op de weg daar naartoe, kwam hij langs het Sint Geertruiden ziekenhuis waar zijn grootmoeder lag. “Mijn oma lag met tuberculose in het ziekenhuis. Ik besloot om even langs te gaan en voor de ramen te gaan zwaaien.”
De jonge Deventenaar besloot enkele minuten later om zijn pad te vervolgen. Had hij niet gezwaaid naar zijn oma, had de wereld er anders uitgezien. “Nadat ik het kruispunt tussen de Hoge Hondstraat en de Ceintuurbaan had gepasseerd, werd ik met een ongelofelijke kracht naar de grond gewerkt. Alles werd zwart voor mijn ogen. Door de opkomende stofwolken kon ik zelfs de ULO school niet meer zien staan.”
Van Ommen had direct door dat het om een raket moest zijn geweest. Hij probeerde te helpen waar kon, maar zag geen hand voor ogen. “Ik kon niks zien. Enkele meters verderop lag Jan Mulder, een buurtgenootje. Hij had het zwaar. Al gauw kwam er medische hulp om hem te helpen. Ik heb hem daarna nooit meer gezien.” Jan Mulder bleek uiteindelijk aan zijn verwondingen te zijn overleden.
Damiaen van Doorninck
De aanslag heeft uiteindelijk meerdere levens gekost. Zo ook die van Damiaen van Doorninck. Het jonge jochie liep samen met klasgenootje Jacques Jansen over het kruispunt toen het noodlot toesloeg. Jan van Ommen: “Het was vreselijk. Ik was op zoek naar overlevenden, toen ik het tweetal zag liggen. Levenloos. Ik was sprakeloos.”
Het tweetal kwam terecht bij het slachtofferpiket in de Lebuinuskerk. Hier werden alle doden in Deventer geregistreerd, op geloof gesorteerd, gewassen en gekist. De moeder van Damiaen, Grietje van Doorninck, was op dat moment werkzaam in het piket en zag haar eigen zoon binnen komen. Mevrouw Van Doorninck was werkzaam als verpleegster in het crisisteam van de stad. Tot overmaat van ramp had zij de droevige taak om haar eigen zoon te moeten wassen en kisten. Dit kwam haar niet in de koude kleren te zitten. Ze besloot haar schort af te doen en vertrok om nooit meer terug te keren.
Beschieting Den Nul
Voor Jan van Ommen was het niet de eerste aanslag die hij overleefde. Zondag 27 augustus 1944 pakte Van Ommen samen met zijn vriendje Henkie Veldman en zijn vader de trein richting Zwolle. Een reis die hij nooit meer uit zijn beeld krijgt gewist. Omstreeks Den Nul wordt de trein beschoten door meerdere Amerikaanse P-51 Mustangs. De geallieerde gevechtsvliegtuigen beschieten de trein en raken daarmee tientallen inzittenden. De vader van Henkie Veldman zat schuin tegenover Van Ommen en werd geraakt door de kogelregen. Hij overleed ter plekke aan zijn verwondingen.
Voor Jan van Ommen twee incidenten die hij, 76 jaar na dato nog steeds niet uit zijn geheugen krijgt gewist: “Ik vergeet de laatste tijd steeds meer dingen. Maar de dingen die ik in de oorlog heb meegemaakt, die blijven mij voor altijd bij.”